Overzicht Overhead

Analyse saldo programma

Analyse saldo programma

(bedragen x 1.000)

Verschillenanalyse

Begroting 2019; Jaarschijf 2020 (inclusief reservemutaties)

10.911

Begroting 2020 (inclusief reservemutaties)

10.845

Verschil

-66

v

Specificatie
Onderstaande tabel toont de wijzigingen na de primaire begroting 2019 die betrekking hebben op het begrotingsjaar 2020. De eerder vastgestelde bestuursrapportages zijn voor de volledigheid toegevoegd, zonder nadere toelichting. De onderwerpen bij 'Autonome ontwikkelingen', 'Intensiveringen' en 'Ombuigingen' omvatten ook de mutaties uit de kadernota 2020. De effecten na 2020 zijn opgenomen in hoofdstuk 3.2 Overzicht van baten en lasten (Toelichting ontwikkeling meerjarenperspectief). Conform de begrotingsgrondslagen uit hoofdstuk 3.1 zijn in de regel 'Indexering' de prijsstijgingen (1,4%) voor goederen, diensten, subsidies, etc. verwerkt. De regel 'Investeringsplan' betreft de mutatie van het geactualiseerde investeringsprogramma, die de raad separaat ontvangt.

(bedragen x 1.000)

Verschillenanalyse

Eindejaarsbericht 2018

-25

v

1e Bestuursrapportage 2019

187

n

Begroting 2020 (inclusief kadernotamutaties)

Autonome ontwikkelingen

Indexering

149

n

Personeelsbegroting/kostenverdeling

-190

v

Investeringsplan

-63

v

Overige mutaties

-132

v

Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren (Wnra)

8

n

Intensiveringen

Ombuigingen

Verschil

-66

v

Toelichting

Autonome ontwikkelingen
Personeelsbegroting / kostenverdeling
Andere prioriteitstelling en de organisatieontwikkeling leiden tot verschuivingen in de apparaatslasten van de producten en programma's. Voor dit programma levert dit per saldo een voordeel op. Voor een nadere toelichting op de ontwikkeling van de totale personeelslasten verwijzen wij naar de paragraaf bedrijfsvoering.

Overige mutaties
Dit betreft een budgettair neutrale wijziging als gevolg van de vorming van de voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen. In de jaarrekening 2018 is voor het meerjaren onderhoud een voorziening gevormd. De hoogte van de voorziening wordt gebaseerd op de meerjaren onderhoudsplannen van de gemeentelijke gebouwen en dient ter egalisatie van de kosten voor groot onderhoud. De jaarlijkse uitgaven worden vanuit deze nieuw gevormde voorziening betaald. Om de voorziening op het juiste peil te houden wordt er jaarlijks een bedrag in de voorziening gestort.
De jaarlijkse storting in de voorziening wordt verantwoord op programma 0 (bestuur en dienstverlening). Aangezien de jaarlijkse uitgaven vanuit de voorziening worden betaald vallen er op de programma's 2, 4, 5, 6 en overhead onderhoudsbudgetten vrij.

In het kader van de Wnra is overeengekomen dat er door de gemeenten een werkgeversbijdrage wordt betaald aan de vakbonden.