Overzicht Algemene dekkingsmiddelen

Analyse saldo programma

Analyse saldo programma

(bedragen x 1.000)

Verschillenanalyse

Begroting 2019; Jaarschijf 2020 (inclusief reservemutaties)

-59.578

Begroting 2020 (inclusief reservemutaties)

-61.074

Verschil

-1.496

v

Specificatie
Onderstaande tabel toont de wijzigingen na de primaire begroting 2019 die betrekking hebben op het begrotingsjaar 2020. De eerder vastgestelde bestuursrapportages zijn voor de volledigheid toegevoegd, zonder nadere toelichting. De onderwerpen bij 'Autonome ontwikkelingen', 'Intensiveringen' en 'Ombuigingen' omvatten ook de mutaties uit de kadernota 2020. De effecten na 2020 zijn opgenomen in hoofdstuk 3.2 Overzicht van baten en lasten (Toelichting ontwikkeling meerjarenperspectief). Conform de begrotingsgrondslagen uit hoofdstuk 3.1 zijn in de regel 'Indexering' de prijsstijgingen (1,4%) voor goederen, diensten, subsidies, etc. verwerkt. De regel 'Investeringsplan' betreft de mutatie van het geactualiseerde investeringsprogramma, die de raad separaat ontvangt.

(bedragen x 1.000)

Verschillenanalyse

2e Bestuursrapportage 2018

-35

v

1e Bestuursrapportage 2019

-65

v

Begroting 2020 (inclusief kadernotamutaties)

Autonome ontwikkelingen

Indexering

-1.505

v

Personeelsbegroting/kostenverdeling

239

n

Investeringsplan

47

n

Overige mutaties

20

n

Actualisatie investeringsplan

-80

v

Actualisatie Treasury

-200

v

Energiebelasting

40

n

Indexering 4 grote GR-en

75

n

Meicirculaire 2019

611

n

Meicirculaire 2019 - aanvullende middelen jeugdzorg

-134

v

Intensiveringen

Ombuigingen

Beëindigen inflatiecorrectie algemene reserve

-60

v

Extra uitkering AU Jeugdzorg

-400

v

Groei van Maassluis

-184

v

Verhogen efficiëntie bedrijfsvoering

200

n

Verhogen OZB

-65

v

Verschil

-1.496

v

Toelichting

Autonome ontwikkelingen
Indexering
Naast de lasten worden ook de baten van de gemeente geïndexeerd en wordt hier de stelpost van de meicirculaire (loon- en prijsstijging) ingezet. Dit leidt tot een voordeel op het programma algemene dekkingsmiddelen.

Personeelsbegroting / kostenverdeling
Als gevolg van verwachte cao-ontwikkelingen en werkgeverslasten (onder andere pensioenpremies) stijgen de loonkosten. Daarnaast leiden een andere prioriteitstelling, de organisatieontwikkeling en het ontwikkelplan Stadsbedrijf tot verschuivingen in de apparaatslasten van de producten en programma's. Voor dit programma levert dit per saldo een voordeel op. Voor een nadere toelichting op de ontwikkeling van de totale personeelslasten verwijzen wij naar de paragraaf Bedrijfsvoering.

Overige mutaties
Bij het invullen van de overzichten van de kostendekkendheid van de leges is ontdekt dat de kostendekkendheid van de bouwleges onder de 100% lag. Er is structureel een bedrag van € 20.000 afgeraamd van de stelpost 'gemeentelijke leges' uit de kadernota/-brief 2019.

Actualisatie investeringsplan
In 2018 hebben niet alle geplande investeringen plaatsgevonden. Uitstel van investeringen geeft op de korte termijn een lastenverlaging (geen kapitaallasten).

Actualisatie treasury
Op 21 augustus is een nieuwe lening van € 15 miljoen aangetrokken met een negatieve rente van 0,33%. Dit betekent dat we in plaats van rentebetalingen te maken krijgen met renteontvangsten op de opgenomen geldlening. Dit heeft een aanzienlijk positief resultaat op de Treasurybegroting.
De lage rentestanden hebben niet alleen gevolgen voor de rentelasten. Ook de voor de vergoeding op kasgeld is er sprake van een rentestand van 0. De geraamde renteopbrengsten moeten hierdoor neerwaarts worden bijgesteld.

Energiebelasting
Met het onderhanden Klimaatakkoord is de belofte gedaan dat de kosten voor de energietransitie - energiebelasting en Opslag Duurzame Energie (ODE) - evenredig over de groot- en kleinverbruikers worden verdeeld. De precieze effecten van deze hogere kosten worden naar verwachting eind 2019 helder en zullen per 2020 ingaan. Daarom houden wij rekening met een structurele lastenverhoging met
€ 40.000 per jaar vanaf 2020.

Indexering 4 grote GR-en
Jaarlijks stelt de werkgroep financiële sturing gemeenschappelijke regelingen het indexeringspercentage (bij ongewijzigd beleid) voor het volgende begrotingsjaar vast, voor vier grote gemeenschappelijke regelingen waaraan het merendeel van de gemeenten in deze regio deelneemt. Voor het jaar 2020 is een indexeringspercentage van 3,4% afgegeven, dit is inclusief verrekening van te laag afgegeven indexcijfers in de afgelopen jaren. Berekend over de bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen in 2019 ontstaat een structureel nadeel voor de gemeente van circa € 75.000.

Raadsvoorstel ontwerpbegroting GRJR 2020
Begroting 2020 GRJR is verwerkt in de begroting 2020; de indexering van € 150.000 is toegevoegd. De extra middelen voor 2020 en 2021 uit de meicirculaire worden hier functioneel verwerkt.

Meicirculaire 2019
Het gemeentefonds neem in 2020 totaal toe met bijna € 8 ton. Er is echter € 1,187 miljoen nodig voor loon- en prijsstijgingen. Na aftrek van de overige stelposten voor met name het sociaal domein bedraagt het nettoresultaat van de meicirculaire voor 2020 € 611.000 negatief.
De verwerking van de stelposten uit de meicirculaire, waaronder het sociaal domein en loon- en prijsstijgingen wordt zichtbaar onder 'Indexering' en 'Personeelsbegroting/kostenverdeling' onder het kopje 'primaire begroting 2019'.
Gelet op de landelijke stijging van uitgaven binnen het sociaal domein zijn met de meicirculaire 2019 aanvullende middelen (€ 134.000) voor jeugdzorg beschikbaar gesteld. De extra middelen worden toegevoegd aan de budgetten jeugd.

Ombuigingen
Beëindigen inflatiecorrectie algemene reserve
Er wordt jaarlijks € 60.000 toegevoegd aan de algemene reserve om deze mee te laten groeien met de inflatie. Omdat de algemene reserve voldoende hoog is en blijft in relatie tot het risicoprofiel, vinden wij het verantwoord om de jaarlijkse storting te laten vervallen.

Extra uitkering AU Jeugdzorg
In de kadernota is vanaf jaarschijf 2020 uitgegaan van een structurele uitkering van € 4 ton. De extra middelen voor de jaren 2020 en 2021 zijn in de meicirculaire definitief geworden. Het surplus van € 134.000 is, zoals hierboven ook is aangegeven, toegevoegd aan de budgetten voor jeugd. Voor de jaarschijven 2020 en 2021 is de € 4 ton blijven staan als algemeen dekkingsmiddel.

Groei van Maassluis
Uitgaande van de provinciale afspraken (groei woningvoorraad met 175 woningen per jaar), een WOZ-waarde van 300.000 euro en 2,2 inwoners per woning bedraagt de extra opbrengst per woning 1.800 euro. De opbrengst omvat 1.622 euro uit de algemene uitkering en 178 euro uit de Ozb. Op basis van het uitgangspunt dat de groei van het areaal niet direct tot groei van de voorzieningen in de stad leidt, worden de kosten geleidelijk opgenomen. Dit levert voor 2020 per saldo van € 184.000.

Verhogen efficiëntie bedrijfsvoering
Door diverse maatregelen waaronder het aanscherpen van het inkoopbeleid, het lean maken van de processen, het stroomlijnen en automatiseren van de dienstverlening en het kritisch bekijken van de formatie is de verwachting structureel € 120.000 te kunnen bezuinigen. De ombuiging wordt in alle clusters buiten Stadsbedrijf gevonden. Om dit te kunnen realiseren is centraal programmamanagement nodig en een incidenteel ontwikkelbudget van € 2 ton in 2020. De voordelen lopen vanaf 2021 op tot € 120.000.

Verhogen OZB
De kosten om de stad sociaal en fysiek te onderhouden nemen toe. Om te kunnen blijven investeren in de stad, haar inwoners en haar voorzieningen wordt een OZB-verhoging voorgesteld oplopend tot € 250.000 in 2023. Deze verhoging zal leiden tot een verhoging van de tarieven OZB woningen en OZB niet-woningen.
De stijging van het OZB-tarief woningen wordt gefaseerd (stijging 1% per jaar vanaf 2020, € 65.000, oplopend tot uiteindelijk 4% in 2023 ten opzichte van de huidige opbrengsten) ingevoerd vanaf 2020. Deze stijging komt bovenop de stijging van het tarief als gevolg van de inflatiecorrectie.