Grondbeleid

Uitvoering van het grondbeleid

Uitvoering van het grondbeleid

Het door de gemeente gehanteerde grondbeleid is ten opzichte van het MPG 2019 niet gewijzigd.
De gemeente voert een grondbeleid op de grens van faciliterend en passief, waarbij de werkwijze direct aansluit op de Wro en het Bro. Wanneer de gemeente zelf eigendom heeft voert zij over het algemeen een actief grondbeleid, zodat zij meer sturing heeft om de ambities en taken van de gemeente te realiseren.  
De begrippen actief, passief en faciliterend grondbeleid worden hier kort toegelicht (in het MPG 2020 is een uitgebreidere beschrijving van de begrippen en het grondbeleid opgenomen).

Actief grondbeleid
De gemeente draagt zelf zorg voor de verwerving van de gronden, maakt zelf de bouwterreinen bouwrijp, geeft de bouwrijpe gronden zelf uit en maakt deze na realisatie van de opstallen woonrijp. De regie en de risico’s van de planrealisatie berusten hierbij volledig bij de gemeente. Daar tegenover staat de mogelijkheid om de eventuele exploitatiewinst volledig ten goede te laten komen aan de gemeenschap.

Faciliterend grondbeleid
Bij faciliterend grondbeleid streeft de gemeente naar realisatie van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen, maar verwerft daarbij geen grond, of doet dat slechts in beperkte mate. De gemeente heeft een faciliterende of meer stimulerende rol. Voor de planrealisatie wordt een vorm van samenwerking (middels overeenkomsten) tussen de gemeente en de (particuliere) initiatiefnemer gezocht.

Passief grondbeleid
Bij passief grondbeleid neemt de gemeente geen initiatief tot het uitvoeren van ruimtelijke plannen. Dit wordt volledig overgelaten aan marktpartijen. De gemeente beperkt zich tot haar publieke taak (bestemmingsplannen, vergunningen e.d.) en geeft kaders en eisen aan de particuliere initiatiefnemer, die het initiatief heeft tot het produceren van bouwgrond. De planrealisatie geschiedt voor rekening en risico van de initiatiefnemer.

Met het vaststellen van de Structuurvisie heeft de gemeente grotendeels haar grondbeleid per locatie beschreven. Voor de gronden die de gemeente Maassluis reeds in bezit heeft, is de intentie om deze gereed te maken voor uitgifte. Voor overige initiatieven hanteert de gemeente een grondbeleid op de grens van faciliterend en passief, waarbij de werkwijze direct aansluit op de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het besluit ruimtelijke ordening (Bro).

De gemeente Maassluis wil initiatiefnemers faciliteren indien de plannen passen binnen een goede ruimtelijke ordening zoals vastgelegd in de Structuurvisie, andere beleidsdocumenten en indien alle gemeentelijke kosten kunnen worden verhaald. Het verhalen van deze kosten gebeurt via een vrijwillig gesloten overeenkomst tussen gemeente en particuliere initiatiefnemer. Dit is een zogenaamde anterieure overeenkomst. De gemeente maakt bij voorkeur gebruik van anterieure overeenkomsten, zodat een exploitatieplan overbodig is.

Indien toch sprake is van actief grondbeleid wordt een grondexploitatie opgesteld. De grondexploitatie is een financieel inzicht over meerdere jaren die het geheel van activiteiten en werkzaamheden voor verwerving, het bouw- en woonrijp maken en de uitgifte van gronden. Het is daarmee het instrument op basis waarvan de financieel-economische uitvoerbaarheid van ruimtelijke plannen kan worden afgeleid en verantwoord wordt. Het openen van een grondexploitatie is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Het college doet het voorstel tot het openen van een grondexploitatie.

De vaststelling van de grondexploitatie maakt dat de noodzakelijke budgetten beschikbaar worden gesteld voor de productie van bouwgrond. Met een grondexploitatie worden bovendien investeringsbevoegdheden binnen het exploitatiegebied aan het bestuur gedelegeerd en uitgangspunten/kaders voor de gebiedsontwikkeling vastgelegd. Verantwoording over de budgetten van grondexploitaties vindt plaats in het Meerjaren Programma Gebiedsontwikkeling (MPG).